T-deletie in Nederlandse dialecten. Kwantitatieve analyse van structurele, ruimtelijke en temporele variatie.

Author: Ton Goeman
LOT Number: 026
ISBN: 90-5569-107-0
Pages: 564
Year: 1999
1st promotor: prof.dr. P.Th. van Reenen
2nd promotor: dr. E. Wattel
€52.00
Download this book as a free Open Access fulltext PDF

Dit boek doet verslag van kwantitatief onderzoek naar t-deletie in Nederlandse dialecten. De Nederlandse dialecten bieden weerbarstige data voor bestaande theoretische modellen die t-deletiepatronen universeel verantwoorden.

 

T-deletie van [t] aan het woordeinde treedt voornamelijk op na niet-sonorante medeklinkers: - bij diverse typen werkwoorden: loopt wordt dan loop, bracht wordt brach; - bij nominale vormen: gemaakt wordt dan gemaak, knecht wordt knech, slecht wordt slech en grootst wordt groots.

 

T-deletie aan woordeinde komt ook wel voor na sonorante klanken: vaart wordt dan vaar, duwt wordt duw en gaat wordt ga.

 

Taalinterne en taalexterne factoren spelen een rol. De interne factoren zijn de sonoriteit, klinkerlengte, ‘historische’ klinkerlengte, klinkerkwaliteit (timbre), onderliggende stemhebbendheid van de eindconsonant van de stam, perceptuele prominentie, articulatorische complexiteit, paradigmatische eigenschappen van werkwoordsvormen en woordfrequentie. De externe factoren zijn van sociale, geografische en temporele aard.

 

Drie grote dialectgroepen worden in detail op t-deletie onderzocht: Zuid-Holland, de Betuwe of het Rivierengebied, en de Noordoostelijke dialecten. Tussen deze drie dialectgroepen bestaan grote onderlinge verschillen voor wat betreft de condities die gelden voor t-deletie, net zoals overigens tussen de dialecten in Nederlands en Belgisch Limburg, West-, Oost- en Frans-Vlaanderen. In al deze dialecten is t-deletie weer verschillend van die in het Middelwestvlaams, het Engels en het Oudfrans.

 

Een van de bevindingen van deze studie is dat werkwoorden meer t-deletie vertonen dan nominale vormen. De participia op -t van werkwoorden gedragen zich qua t-deletie als nominale vormen. Het kan bovendien uitmaken of de [t] voorkomt voor een pauze of voor een ander woord in de zin als in …kom(t) van…. T-deletie binnen het geheel van het werkwoordsparadigma krijgt speciale aandacht. Andere talen kennen anders functionerende condities.

 

Statistische en geografische modellen worden gebruikt om systematische aspecten van de data te representeren. Vooraf wordt vastgesteld dat de veldwerkgegevens betrouwbaar en valide zijn. De historische gegevens zijn gebaseerd op oorkonden.

 

Doelgroep: linguïsten (algemeen en historisch), sociolinguïsten, dialectologen.

Dit boek doet verslag van kwantitatief onderzoek naar t-deletie in Nederlandse dialecten. De Nederlandse dialecten bieden weerbarstige data voor bestaande theoretische modellen die t-deletiepatronen universeel verantwoorden.

 

T-deletie van [t] aan het woordeinde treedt voornamelijk op na niet-sonorante medeklinkers: - bij diverse typen werkwoorden: loopt wordt dan loop, bracht wordt brach; - bij nominale vormen: gemaakt wordt dan gemaak, knecht wordt knech, slecht wordt slech en grootst wordt groots.

 

T-deletie aan woordeinde komt ook wel voor na sonorante klanken: vaart wordt dan vaar, duwt wordt duw en gaat wordt ga.

 

Taalinterne en taalexterne factoren spelen een rol. De interne factoren zijn de sonoriteit, klinkerlengte, ‘historische’ klinkerlengte, klinkerkwaliteit (timbre), onderliggende stemhebbendheid van de eindconsonant van de stam, perceptuele prominentie, articulatorische complexiteit, paradigmatische eigenschappen van werkwoordsvormen en woordfrequentie. De externe factoren zijn van sociale, geografische en temporele aard.

 

Drie grote dialectgroepen worden in detail op t-deletie onderzocht: Zuid-Holland, de Betuwe of het Rivierengebied, en de Noordoostelijke dialecten. Tussen deze drie dialectgroepen bestaan grote onderlinge verschillen voor wat betreft de condities die gelden voor t-deletie, net zoals overigens tussen de dialecten in Nederlands en Belgisch Limburg, West-, Oost- en Frans-Vlaanderen. In al deze dialecten is t-deletie weer verschillend van die in het Middelwestvlaams, het Engels en het Oudfrans.

 

Een van de bevindingen van deze studie is dat werkwoorden meer t-deletie vertonen dan nominale vormen. De participia op -t van werkwoorden gedragen zich qua t-deletie als nominale vormen. Het kan bovendien uitmaken of de [t] voorkomt voor een pauze of voor een ander woord in de zin als in …kom(t) van…. T-deletie binnen het geheel van het werkwoordsparadigma krijgt speciale aandacht. Andere talen kennen anders functionerende condities.

 

Statistische en geografische modellen worden gebruikt om systematische aspecten van de data te representeren. Vooraf wordt vastgesteld dat de veldwerkgegevens betrouwbaar en valide zijn. De historische gegevens zijn gebaseerd op oorkonden.

 

Doelgroep: linguïsten (algemeen en historisch), sociolinguïsten, dialectologen.

Categories